Waarom Groen mee stemde om het agendapunt over invoering van zone 30 te laten verdagen

12 Februari 2015

Op de gemeenteraad van 9 februari heeft N-VA de invoering van een zone 30 binnen de Tiense vesten geagendeerd. Het is niet de eerste keer dat dit punt op de agenda stond. Voorheen hebben wij met Groen dit zelf aangekaart, ook N-VA heeft dit ballonnetje al eens opgelaten en in november was het Vlaams Belang dat de invoering vroeg. Nu werd er voor de eerste keer een stemming gevraagd. Dat dit gebeurt in de huidige toestand van onbestuurbaarheid van de stad is geen toeval.   Uiteraard zijn wij voor een zone 30 en blijven wij hier vol voor gaan. Maar niet zonder meer.

De eerste reactie van elke groene -ook wij- is vanzelfsprekend: we stemmen voor dit punt.

Ik wil even uitleggen waarom we dit niet gedaan hebben.

  1. Technisch:
    Het voorgelegde punt was slecht opgebouwd. Er was een uitzondering gemaakt voor het winkelerf van de Nieuwstraat / Hennemarkt. Het woonerf van het Kloosterhof was echter over het hoofd gezien. De zone 30 was ook beperkt tot de zone binnen de vesten. De zone Avendoren, die tussen de vesten en de spoorlijn ligt, werd niet vermeld. Het zou nochtans logisch zijn deze mee te nemen. Ook een aantal dorpskernen en woonstraten in buitengebieden komen zeker in aanmerking voor een zone 30.

 

  1. Bestuurlijk:
    Sinds we op 29 december een akkoord sloten met sp.a en Open VLD, zijn we aan het vergaderen over wat we willen doen en hoe we dit willen doen. De zone 30 hebben we daar uiteraard op tafel gegooid, en deze zal er komen. In welke vorm, daar willen wij als bestuur niet alleen over beslissen. In plaats van een verkeersbeleid zoals tot op heden, dat bestaat uit kleine ingrepen op vraag van burgers, willen we een totaalbeleid met een mobiliteit die rekening houdt met ruimtelijke ordening, openbare werken, groenbeheer,? waar het parkeerbeleid en de fietsvoorzieningen geïntegreerd deel van uitmaken. Een zone 30 moet dus breder bekeken worden, in combinatie met blauwe zone, fietsstraten, schoolstraten, woon- en winkelerven. Wij zijn intussen deze materie nu aan het instuderen, zodat we beslagen kunnen starten eens we door de procedure van onbestuurbaarheid geworsteld zijn. Het bestaande mobiliteitsplan, het vademecum parkeerbeleid, het vademecum fietsvoorzieningen, de publicaties van het BIVV, de wegcode, een dialoog met een groene verkeersdeskundige, de contacten met Filip Watteeuw in Gent,? dit alles maakt dat we ons een beter idee kunnen vormen van de mogelijkheden in onze stad.
     
  2. Participatief:
    Wij hebben al die jaren niet alleen voor een zone 30 gepleit. Wij hebben ook steeds gepleit voor het honoreren van de visie en inspanningen van de oppositie, en vooral: voor het luisteren naar de bevolking. Nu even gebruik maken van een machtsvacuüm om snel iets te beslissen staat hier diametraal tegenover. Het is niet omdat een wisselmeerder-heid dit punt zou goedkeuren, dat je ook bij de bewoners en de gebruikers van het centrum een draagvlak hebt. En dat heb je nodig voor een maatregel waarmee de mensen recht-streeks geconfronteerd worden.
    Een zone 30 moet een traject doorlopen, waarbij mensen een inbreng kunnen hebben, pijnpunten of opportuniteiten kunnen aankaarten. Zo creëer je een draagvlak. Via een gemeenteraadscommissie moet ook de oppositie de kans krijgen om haar visie toe te lichten en te vragen om bij te sturen. En dit niet wanneer alles al beslist is, zoals tot op vandaag gebeurde.

Wij hopen dat we hiermee onze visie en bedoeling hebben kunnen verduidelijken.

Groene groeten,

Tom Roovers en Karin Struyf,

gemeenteraadsleden