Detail 2: lange voorgeschiedenis

Vlaanderen maakte een prognose van de te verwachten evolutie inzake o.a. wonen, industrie,…
Op basis hiervan werkte ze een taakstelling uit voor elke provincie. Dit resulteerde in de opdracht voor Aarschot, Diest en Tienen om samen 178 ha bijkomende industrie te vinden.
Reeds in september 2008 stelde ons Tiens provincieraadslid Bernadette Stassens een schriftelijke vraag hierover: hoe kan deze taakstelling gebeuren zonder de open ruimte, en dan vooral landbouwgebied, te hypothekeren? In het antwoord verwees de deputatie naar de afbakening kleinstedelijkgebied die aan de provincieraad zou voorgelegd worden.Dat gebeurde uiteindelijk, na een locatieonderzoek, in 2011.

In het kader van het openbaar onderzoek diende Groen Tienen bij monde van Tom Roovers een bezwaar in dat handelde over:

  • het aansnijden van open ruimte naast de Getevallei
  • de keuze van Vlaanderen voor logistieke activiteiten
  • de mogelijkheid van Seveso-bedrijven
  • de op dat ogenblik ongebruikte bedrijventerreinen
  • de bijkomende mobiliteit en de problematiek van noordwaarts verkeer
  • het doorsnijden van trage wegen
  • het tenietdoen van herbevestigd agrarisch gebied

In 2012 werd het PRUP vastgesteld door de provincieraad (19 juni) en minister Muyters (5 november). Wegens problemen met de procedure (het plan-MER werd ongrondwettelijk verklaard) en een zaak voor de Raad van State ging het dossier de kast in.

In 2015 kwam er dan een nieuw openbaar onderzoek wegens de herstelprocedure. Op deze manier probeerde de provincie het dossier te redden. De ontsluiting van de geplande bedrijvenzone bleef echter een probleem, en werd in vele varianten bestudeerd.

In 2020 werd een aangepast dossier voor advies bezorgd aan het Tiense schepencollege.
Dat formuleerde 17 bemerkingen.
In het nu voorliggende PRUP blijkt dat er met 12 bemerkingen geen rekening werd gehouden.